Vrijmetselaars Podcast - podcast over de vrijmetselarij

45 - Roelof over de Opperbouwmeester des Heelals

Sander Season 5 Episode 45

Vallen we uit elkaar zonder gedeelde taal voor het hogere, of kunnen we elkaar vinden in een symbool dat ruimte laat voor verschil? We gaan met Roelof de diepte in over de Opperbouwmeester des Heelals (ObdH) en ontdekken hoe een abstract begrip de loge al eeuwenlang samenhoudt. Niet als dogma, maar als werkbare gemeenschappelijke noemer waar katholieken, protestanten, joden, deïsten en naturalisten elkaar treffen.

We schetsen de woelige achtergrond: van scholastiek en Aristoteles’ Onbewogen Beweger, via Descartes’ radicale twijfel en zijn godsbewijzen, naar Spinoza’s één substantie waarin God en natuur samenvallen. Ondertussen rukt de drukpers op, polariseert Europa, en worstelen kerk en kroon met een wereld die steeds rationeler wordt. Juist in die turbulentie ontstaat de vrijmetselarij als seculiere orde met rituele diepte, waarin de ObdH een elegante rol krijgt: rituele taal die betekenis geeft, zónder dat broeders elkaars dogma’s hoeven te bestrijden. We verkennen ook de opkomst van het deïsme—God als klokkenmaker—en waarom Anderson’s Constitutions (1723) bewust kiezen voor morele overeenstemming boven confessionele uniformiteit.

Samen ontrafelen we waarom de toegangseis van een “hoger beginsel” geen theologische lakmoesproef is, maar een morele houding: een mens plaatst zichzelf niet als hoogste maat. De ObdH werkt dan als stille brug tussen overtuigingen, zodat het gesprek kan gaan over karakter, waarheid en maatschappelijke relevantie. Met heldere voorbeelden uit ritueel en comparitie laten we zien hoe een 18e-eeuws idee vandaag nog scherp en bruikbaar is—juist nu polarisatie lonkt en simpele antwoorden verleiden.

Aristoteles - https://nl.wikipedia.org/wiki/Aristoteles

Descartes - https://nl.wikipedia.org/wiki/Ren%C3%A9_Descartes

Coccejus - https://nl.wikipedia.org/wiki/Johannes_Coccejus

Spinoza - https://nl.wikipedia.org/wiki/Benedictus_de_Spinoza

Deïsme - https://nl.wikipedia.org/wiki/De%C3%AFsme

Support the show

🙋‍♂️ Ik vind het leuk als je contact met me opneemt. Dat kan via:
📧 E-mail - vrijmetselaarspodcast@gmail.com
📸 Instagram - VrijmetselaarsPodcast
👍 Facebook - VrijmetselaarsPodcast

📰 Substack - VrijmetselaarsPodcast

🧑‍💻 Website - https://vrijmetselaarspodcast.buzzsprout.com

🫙Luister je graag naar de Vrijmetselaars Podcast en wil je een fooi geven? Dat kan! Ga naar Fooienpod en doneer vrijblijvend éénmalig of maandelijks een zelf te bepalen bedrag. Alvast bedankt!

Roelof:

Voor ieder betekent dat dus feitelijk wat anders, maar je komt dan toch samen in die abstractie, zonder inderdaad over dogma's en doctrines te hoeven te praten, en dat maakt het, vind ik, een ontstellend mooi begrip.

Sander:

Welkom bij de 45e aflevering van de Vrijmetselaars podcast. Mijn naam is Sander, en in deze podcast interview ik elke aflevering een vrijmetselaar of een persoon gelinkt aan de vrijmetselarij, om samen met jou, de luisteraar, antwoorden te vinden op vragen over de vrijmetselarij, om samen met jou, de luisteraar, antwoorden te vinden op vragen over de vrijmetselarij. Op deze manier hoop ik, een helder beeld te scheppen, wat de vrijmetselarij nu werkelijk is en wat het niet is. Deze aflevering heb ik Roelof van Loge Compass te Oosterhout te gast, en samen met Roelof gaan we het hebben over de opperbouwmeester des heelals. Rulof plaatst dit beginsel in een historische context en geeft hierdoor lading aan dit misschien voor sommige luisteraars wat ongrijpbare begrip. Welkom bij de rubriek ingekomen stukken. Ik heb een aantal berichten ontvangen. Ik zal een paar met jullie delen. Van Michiel: Hoi.

Sander:

Sander, ik heb vandaag de podcast met Willem beluisterd, heerlijk en verfrissend. Ook mooi, hoe rustig en geïnteresseerd je blijft En onpartijdig. Goede, rustige interviewer, die zijn gast in zijn waarde laat. Veel van, wat Willem zegt, ervaar ik ook, dus ik denk, dat ik maar eens contact met hem opneem. Nou, michiel, dank je wel voor je reactie. Fijn, dat je het waardeert, dat ik Willem zijn woord laat doen, want daarvoor heb ik hem ook uitgenodigd vanwege zijn zienswijze. Ik vind het fijn, dat je ervan hebt genoten. Van Facebook. Nog een bericht In Nederland zijn er nog maar zo'n 4500 vrijmetselaren, terwijl België, een kleiner land, er rond de 20.000 telt.

Sander:

Dat verschil komt onder andere doordat vrijmetselarij in België en zuidelijke landen een grotere maatschappelijke rol speelt. Vreemdselaars daar richten zich meer op broederlijkheid, menselijkheid en maatschappelijke betrokkenheid, zonder nadruk op religieuze rituelen of een scheppende kracht. Ze werken ook vaker samen over gendergrenzen heen, zonder zich bezig te houden met discussies over regulier of irregulier. In Nederland is er meer religieuze tolerantie, maar dat leidt er ook toe, dat de vrijmetselarij minder zichtbaar of actief is in het publieke domein. Als Nederlandse vrijmetselarij minder zichtbaar of actief is in het publieke domein, als Nederlandse vrijmetselaars weer maatschappelijk relevant willen zijn, moeten ze zelf het initiatief nemen en zich inzetten voor lokale en sociale kwesties, bijvoorbeeld vanuit de loge. Ja, dat is een beetje, wat Willem ook opperde.

Sander:

In België gebeurt dat inderdaad meer dan in Nederland. Maar dat initiatief, die lokale doelen, dat is iets, waar hij wel oren naar had, en natuurlijk modernisering in taalgebruik en dat soort dingen. Dan had ik van Sabine nog een mailtje gekregen. Dankjewel alvast, sabine. Broeder, willem vermeldt meermaals een zesduizendtal vrijmetselaars. Dat is, neem ik aan, de aangesloten leden van het Groot-Oosten der Nederlanden, oftewel uitsluitend broeders, spreek ik even voor Willem. En ja, dat klopt, dat zijn inderdaad de cijfers van het GON.

Sander:

Tegelijkertijd hekelt hij een gebrek aan vernieuwing en tevens het uitsluiten van zusters bij het Groot-Oosten der Nederlanden alweer. Er zijn ook nog andere obedienties, zoals het NGGV, le Drahumer, het Groot Oosten van Luxemburg en natuurlijk ook de vrouwelijke vrijmetselarij. Broeder Willem lijkt me in zijn verhaal de andere, oftewel de niet-reguliere obedienties niet te erkennen. Een aanname, die ik maak, omdat hij over die kleine groep van 6000 vrijmetselaars blijft praten. Dan stel ik me de volgende vraag Als broeder Willem zo voor de evolutie in de vrijmetselarij is, die de modernisering van rituelen, teksten en die de inwijding van zusters mogelijk maakt, waarom beperkt hij zijn denkoefening dan tot het Groot-Oosten der Nederlanden?

Sander:

Doet hij dan zelf ook niet, wat hij zijn obedientie verwijt Halstarrig vasthouden aan eeuwenoude tradities en ideeën, die geen spiegel zijn van onze maatschappij? Ja nou, dat kan ik natuurlijk niet voor hen beantwoorden, maar het klopt, dat die 6000 vrijmetsladen, dat is Groot-Oosten der Nederlanden. Dan heb je de Le Drouhume in Nederland is niet heel groot, er zijn, denk ik, een paar honderd leden, en hetzelfde geldt voor de NGGV Groot-Oosten van Luxemburg En de vrouwelijke vrijmetselarij. Dat zijn maar een paar loges, dus dan gaat het tot in de tientallen. Dus vandaar, dat hij zich tot het Groot-Oosten der Nederlanden erbij haalt, omdat dat in Nederland met 6000 of, wat de vorige briefschrijver zei, 4500 leden De grootste partij is, wat inderdaad niet in verhouding staat Tot de Belgische aantallen.

Sander:

Oké, dan op het eind nog de nieuwe locaties, waar geluisterd is. We beginnen meteen met een paar moeilijke Barberier. Dat is in Frankrijk, midden Frankrijk, een beetje aan de westkant, het hoogte van Vichy B, midden Frankrijk, een beetje aan de westkant, het hoogte van Vichy. Bursa, als ik dat goed uitspreek. Dat is in Turkije. Dat is eigenlijk tegenover Istanbul, aan de andere kant van het water. Als je met een bootje over zou steken, dan ben je in de buurt van Bursa. Stelledam in Zuid-Holland en Zijdenwind in Noord-Holland Wat een fantastische naam. Ook Zijdenwind, namelijk zij, de wind. Ik vind het onwijs leuk, als jullie contact met me opnemen met vragen, ideeën, tips. Laat maar horen, dat kan op vrijmetselaarspodcastgmailcom. En dan gaan we nu door naar de aflevering over de opperbouwmeester des heelals. Veel luisterplezier, welkom, rolof Dank je wel.

Sander:

Ontzettend fijn, dat je hier bent. Ik ben een keer bij jullie mooie loge te gast geweest. Daar heb je dit bouwstuk gehouden, en ik dacht toen meteen van wauw, dit is precies iets, wat we nodig hebben in de Vrijmetsluis podcast, want het is een begrip, wat een paar keer voorbij gekomen is, maar het is ook een beetje een onduidelijk begrip misschien voor een hoop luisteraars. Maar voordat we daarmee gaan beginnen Ik stel eigenlijk altijd mijn gasten de vraag van hoe ben jij bij de vrijmetselarij terecht gekomen? Zou je dat kunnen vertellen?

Roelof:

Ik ben ergens in 1993 of 1994 ingewijd. Ik ben ergens in 1993 of 1994 ingewijd. Destijds, enige jaren daarvoor, had ik een vriendin. Die heeft op een middag gewerkt voor een open dag van vrijmedsalaren, door drankjes rond te brengen, en achteraf heeft ze nog een borreltje gedronken, en zij zei toen dit zijn zulke aardige kerels, dat is echt iets voor jou.

Roelof:

En ik heb dat altijd in mijn achterhoofd gehouden. Als er iets in de NRC stond, dan las ik dat. En ik zat op een gegeven moment een lunchje met een collega, en toen zei ik hebben jullie dat gelezen in de NRC over de vreemdmetselerij? Oh nee, wat heb je dan gelezen? En ik zei nou dat en dat en dat, en wat vind je? Ik zei nou zus en zus en zo, en langzamerhand werden de vragen steeds pregnanter, en toen vroeg ik aan een van die collega's, mijn baas trouwens, die vroeg ik Bent u dan zelf vrijmetselaar? En toen zei hij Al mijn broeders herkennen mij als zodanig. Dus erg veel lol gehad natuurlijk, want ik wist dat niet, en ik was zelf het gesprek begonnen. Maar goed, toen heb ik wat leesvoer gekregen En ook eens een gesprek gehad met anderen dan collega, en toen heb ik vrij snel de stap gemaakt, om me in te laten wijden, en sindsdien ben ik vrij met ze. Wat goed.

Sander:

Maar jij zat daar met. Ik stel het me even voor Jij zat daar met je baas en wat andere collega's Te lunchen, Te lunchen. Hoe reageerde die andere collega's? Want waren die?

Roelof:

toevallig ook, het waren twee collega's en mijn baas en nog een collega, en die andere collega was ook vrij met z'n allen, dus die hadden met z'n tweetjes verschrikkelijk veel lol. Dat ik dat onderwerp op tafel legde aan de hand van dat tactikel. Dat je dat een beetje zo voorzichtig, en dat duurde vrij lang, voordat bij mij een kwartje ging vallen. Die vragen worden wel erg specifiek. Ah, wat goed, zo is dat voor mij gegaan.

Sander:

Wat leuk, wat een fantastisch verhaal. Je zit eigenlijk te midden van, en je probeert het zo langzaam, even het gespreksonderwerp die kant op te sturen, en zij weten allang, waar het over gaat.

Roelof:

Zij wisten het allang, en het leuke is dat, ik ben op een gegeven moment wel ergens anders weer gaan werken, maar ik ben met die collega, maar zeker ook met mijn baas, tot het einde van zijn leven goed bevriend gebleven.

Sander:

Dus, dat is erg leuk. Ik zei het net al. ik ben een keer bij jullie wezen visiteren, ontzettend leuke loge. Luisteraars hebben misschien het verhaal van Eddie ook gehoord over Stichting Ziekeron. Die komt ook bij jullie loge vandaan. Dus wat dat betreft zijn jullie goed gedeeld. wat de Vrijmetselaars podcast betreft, maar toen ik jullie ging visiteren, toen had jij een ontzettend mooi bouwstuk over de opperbouwmeester des heelals. Maar voordat we daaraan beginnen, wat zou je aan de luisteraars kunnen vertellen? wat is de functie of wat is de opperbouwbeester des heelals?

Roelof:

Ja, om te beginnen, de vrijmetselerij is van begin af aan een seculiere organisatie geweest. Het is dus geen religieuze organisatie. Maar wij werken wel met oude rituelen uit de tijd van de steenhouwersschilden, en die zijn wel erg aangepast destijds in de tijd van de verlichting. Er komen twee soorten van symboliek in voor, en dat is de bouwsymboliek We werken aan de bouw van de Tempel van Salomo, de perfecte wereld En het lichtsymboliek. Dat is erg belangrijk. Ook, en in het kader van die bouwsymboliek heb je de opperbouwmeester, en die opperbouwmeester, dat is de opperbouwmeester des heelals. Dat is eigenlijk een abstractie.

Roelof:

Iedere vrijmidselaar moet individueel zien, wat hij ziet in die opperbouwmeester des heelals, en dat kan voor de een zijn katholieke god zijn, voor weer een ander de protestantse god, weer een ander, maar ook voor iemand de kosmos of de natuur, en dat hangt van het individu af. En door te werken met dit symbolische begrip hoeven wij nooit te praten over doctrines, die achter religies et cetera zitten. Maar we praten allemaal respectvol over de opbouwmessen des helals. Maar die opbouwmessen des helals, of ook wel OBDH genoemd, is voor ieder individuele iets anders, en daar hoef je het niet over te hebben.

Sander:

Ja, dat is heel mooi En heeft hij. Behalve dat hij er is, heeft hij ook een bepaalde functie voor een vrijmetselaar.

Roelof:

Hij heeft niet een specifieke belangrijke functie voor de vrijmetselaar, maar hij is wel belangrijk in de rituelen. Je kunt dus denken aan zinnen, dat de opperbouwmest des heelals jouw arbeid doet overschijnen met het zuivere licht. Dat soort kreten zitten er wel in, en ja, voor ieder betekent dat dus feitelijk wat anders. Maar je komt dan toch samen in die abstractie, zonder inderdaad over dogma's en doctrines te hoeven te praten, en dat maakt het, vind ik, een ontstellend mooi begrip.

Sander:

Is dat ook de reden, dat je dacht, hier moet ik een bouwstuk over schrijven, want je bent natuurlijk al heel lang vrijmetslaar?

Roelof:

Ik heb zelf een gereformeerde opvoeding. Ik voel me al lang niet meer gereformeerd, maar met die achtergrond vond ik de opperbouwmeester desalans fantastisch mooi begrip. Dus dat vind ik heel mooi. Maar de aanleiding van het bouwstuk was eigenlijk dat de vorige redenaar die heeft in een bepaald jaar de OBDH als thema opgegeven, en zo heb ik dit bouwstuk samengesteld. Dan moet ik daarbij zeggen, dat dit is natuurlijk het bouwstuk, maar na de bouwstuk komt er altijd een coöperatie. Dit is natuurlijk het bouwstuk, maar na de bouwstuk komt er altijd een comparatie. Dat bouwstuk zelf duurt maar 20 minuten Of 25 minuten, maar daarna wordt er in de comparatie over gesproken, en dan ga je eigenlijk echt de diepte in, en dat mist de luisteraar nu, en daarvoor moet je echt lid worden van een loge, om daaraan deel te nemen. Maar dat maakt, dat het een heel levendig onderwerp wordt En dat broeders zelf tot uitdrukking brengen naar aanleiding van dit bouwstuk, van, wat ze daar zelf over vinden of voelen, of mij in dit geval als inleider bevragen over dit onderwerp, en dan komt zo'n onderwerp heel erg tot leven.

Sander:

Ja, heel goed, dat je dat aangeeft, want eigenlijk precies, wat je zegt een bouwstuk is maar de helft van een avond, eigenlijk Misschien zelfs maar een derde. Het is een aanzet tot gesprekken, en ja, daar gaat het om. Dat geef je heel goed aan. Dat hebben we nu dus niet. Ik zal tussendoor proberen, wat vragen te stellen. Mocht ik wat vragen?

Roelof:

hebben. Maar ja, goed, dat je dat zegt, ja, en dus je kunt zelfs met een heel kort bouwstukje Dit is een best wel lang bouwstuk, als je dat in 25 minuten ongeveer moet doen, maar in een kort bouwstukje kun je al geweldige comparities teweeg brengen. Maar goed, die stof, die vroeg, om ook eens wat breder naar te kijken Wat is de ontwikkeling van het denken van God in de tijd geweest? even snel en dan wat was heel specifieke denken over God in de tijd, dat de vrijmetselarij tot bloei kwam en de Grand Lodge in Engeland werd opgericht in 1717? hoe zag de wereld er toen uit, en hoe dachten ze toen over God? dat is een beetje het uitgangspunt van dit bouwstuk geweest, waarbij ik opmerk, dat ik zelf advocaat ben, jurist, dus geen historicus en geen filosoof. Dus ik kan voor filosofen en historici waarschijnlijk gigantisch en gierend hard door de bocht gaan in het bouwstuk, maar dat maakt niet uit. Het gaat even om de grote lijn, die ik daarin probeer te leggen.

Sander:

Jazeker, juist, wat je nu ook aangeeft, dat je het plaatst in die context van toen de Vrijmetselderij ontstond, was voor mij heel waardevol. Wij kijken nu met de blik van 2025 een beetje naar die Vrijmetselderij, maar die is natuurlijk ontstaan vanuit een samenleving in 17.

Roelof:

Ja precies. Hoe zag die samenleving eruit, hoe dacht die samenleving eruit, hoe dacht die samenleving? En dat is nu dit bouwstuk. Ik wil daarbij nog wel even opmerken, dat er nog een laag achter die opperbouw met Cdl zit, want ik zei, dat de orde en de vrijmetselerij een seculiere beweging is. Dat is ook zo. Maar aan iedere kandidaat wordt wel gevraagd, of hij gelooft in een hoger beginsel, en dat is een hele belangrijke vraag in het traject, om lid te kunnen worden van de vrijmetselerij. En daarvan moet in wezen het antwoord ja zijn, alleen dan is de vraag wat is dat hoger beginsel? En dat hoger beginsel kan voor de eendes weer de natuur zijn, conforms Vinoza, of het kan de kosmos zijn, maar voor een orthodox protestant kan dat toch onze lieve heer zijn En voor een katholiek de vader in de hemelen, bewijs aan spreken. Dat hoef je dan niet te vertellen, wat dat dan precies is. Maar de vraag moet wel positief beantwoord worden, dat je gelooft in een hoge begrensing.

Sander:

En kan je aangeven, waarom dat zo belangrijk is, dat die vraag met jou beantwoord wordt?

Roelof:

Ja, er is een formeel antwoord op mogelijk, en dat is dat, wij zijn natuurlijk aangesloten bij de wereldwijde vrijmetselarij, en daar is een heel systeem van onderlinge erkenningen, onder, wat natuurlijk al samenkomt, in Londen bij die Grand Lodge die eerste orde worden. En een van de afspraken, die we hebben gemaakt, is dat wil je lid kunnen worden van de vrouwenwetselarij, dat je een hoge beginsel moet erkennen. Maar dat is het dan ook. Je moet hem erkennen, en je hoeft daar geen verantwoording voor af te leggen, wat dat dan allemaal precies is volgens jou. En dat is het formele antwoord, maar het materiële antwoord. Maar het materiële antwoord is ook, dat eigenlijk vanaf begin af aan er toch ook gewerkt is met het idee van die openbouwmester, des heel, als en dat is toch een hoger beginsel.

Sander:

Ja, hoger dan jezelf? Ja, precies, Ja.

Roelof:

Dat is natuurlijk ook een ontzettend belangrijk onderdeel, dat je niet jezelf als Maar dit speelt dat hoger beginsel speelt dus alleen in de periode, als je kandidaat bent, om lid te worden, maar als je eenmaal lid bent, dan is het openbouwmister des heelals. Ja, rulof, zou je willen beginnen met je bouwstuk? Ja, ik ga het dus hebben over de OBDA, in het Engels de Grand Architect of the Universe, een hele mooie naam, ook mooi Tussen de filosofen in de oudheid, voornamelijk de Gr, ook mooi. Onderricht aan de middeleeuwse kloosserscholen wilde de scholastiek god vinden door middel van wetenschap. De scholastieke theologie werd met de tijd een zelfstandige wetenschap, die steeds meer betekenis ging toekennen aan rationele processen van het denken. De kloossercultuur daarentegen bleef bij haar meer mystiek georiënteerde methode, en een belangrijke en bekende vertegenwoordiger van de scholastiek was Thomas van Aquino.

Roelof:

De rationele ideeën van de Griekse filosoof en natuurwetenschapper Aristoteles werden in deze periode langzamerhand invloedrijker dan die van de katholieke kerkvader Augustinus. Filosofen schreven pittige en polemische commentaren in de kantlijn van Aristoteles, die bij hen zo geliefd was, dat men hem kortweg de filosoof noemde. Er was door de eeuwen heen natuurlijk ook veel discussie over de voor-christelijke filosofie van de filosoof, maar uiteindelijk is de filosoof bepalend geweest binnen de kerk, tot praktisch aan de vooravond van de verlichting, zeg maar circa 1650. Wat zei Aristoteles over de OBDH. Hij kwam met het concept van de onbewogen bewegen, die hij baseerde op de volgende principes.

Roelof:

Fantastische naam Er is energie in de kosmos, en die energie veroorzaakt permanente beweging. Wat in beweging is, kan volgens Aristoteles niet vanuit zichzelf bestaan. Ex nihilo, nihil fit, uit niets kan niets worden geschapen. Het causaliteitsbeginsel. Dit is een belangrijk principe in de filosofie. Op grond van dit principe stelt Aristoteles, dat de wereld veroorzaakt moet zijn. Wanneer de wereld eindig is, kwaar tijd en niet uit het niets voorkomt, dan is er een externe oorzaak geweest. Als deze oorzaak op haar beurt ook ontstaat en vergaat, voert de reeks verder naar een eerdere oorzaak. Er is dus energie, en die energie zorgt voor bewe Dat konden de Grieken al waarnemen in de kosmos, waar alles in beweging is en er dus sprake is van energie.

Roelof:

Aristoteles stelt, dat alles door de energie van iets anders in beweging is gekomen. Wanneer men de hele keten van beweging terugvolgt, komt dit proces ergens een keer op een einde. Er moet een bewegen zijn, die zelf onbewogen is. Er is geen ontstaan en vergaan in dit wezen, ofwel, dit wezen transcendenteert uit het tijdelijke. Binnen het christendom in de middeleeuwen werd dit zo geïnterpreteerd Aangezien beweging en verandering altijd samengaan en verandering onverenigbaar is met volmaaktheid, blijft God zelf onbewogen. Met volmaaktheid blijft God zelf onbewogen. Op het idee van de eerste bewegen is het zogenaamde kosmologisch godsbewijs van Thomas van Orkino gebaseerd De OBDA als onbewogen of eerste bewegen. Deze wetenschap of scholastiek duurde voort tot de verlichting. De verlichting is een filosofische periode, die liep van 1680 tot pakweg 1750, en in diezelfde periode is de vreemdmetselerij opgekomen met de oprichting van de Grand Lodge in 1717. De periode voorafgaand aan 1680, de vroege verlichting, is voor ons thema, de OBDA, erg belangrijk. De cultuur van deze hele periode, de 17e en de eerste helft van de 18e eeuw, betrof overigens de barok.

Roelof:

Om even een idee te geven dat waren ook de mannen met pruiken op.

Sander:

Ja, en bij de barok denk ik aan de kunst, aan de wilderigheid aan de krullen.

Roelof:

Dus je kunt denken aan natuurlijk de Nederlandse grote meesters de schilders Die schilderkunst is barok Maar ook kunst van de componisten, grote componisten Bach, händel, scarlatti. 1685 geboren, begin van de verlichting.

Sander:

What a time to be alive.

Roelof:

Ja, die hebben precies die periode hun leven doorgebracht Fantastisch. Halfwege de 17e eeuw was er op het gebied van religie en filosofie rust binnen Europa. De was er op het gebied van religie en filosofie rust binnen Europa. De reformatie van Luther en allerlei godsdienstoorlogen waren achter de rug en hadden geleid tot landen en hoven, die al dan niet katholiek, lutheraan of calvinistisch waren. Hetzelfde gold voor de instituties daarbinnen, zoals de universiteiten. In Engeland was er nog wel wat gedoe rond de Anglikaanse en de katholieke leden van het hof, maar rust was er wel. Aan deze harmonie in Europa kwam halfwege de 17e eeuw een bruut einde. Ik kom even los van mijn tekst, maar ik stel je denk maar eens heiligomeinse rijk, je had al die kleine prinsen, dommetjes en keurvorsten, en de een was katholiek, een ander gewoon Lutheraan, en die hadden allemaal hun instituties en universiteiten, en zo was dat op grotere schaal ook door. Frankrijk was katholiek, nederland was protestant. Zo was dat eigenlijk allemaal. Het stof was neergedaald, en de boel was verdeeld.

Sander:

Het was een soort harmonische periode van oké, we weten, hoe het zit, en aan die harmonie kwam een einde.

Roelof:

De grote splijtsvorm was René Descartes en onder meer zijn boek Meditaties over de eerste filosofie, in welke het bestaan van God en de onsterfelijke ziel werden bewezen. Dat boek kwam in 1641. Dit boek, dat werd gedrukt en uitgeven in de republiek dus Nederland en sloeg in heel Europa van Scandinavië tot Portugal en Italië in als een bom. Kort samengevat, kwam zijn theorie op het volgende neer Descartes begint zijn zoektocht naar onbetwijfelbare kennis door aan alles, wat hij ooit heeft geloofd, te twijfelen. Descartes is van mening, dat hij alleen onbetwijfelbare kennis kan vinden, door eerst aan alles, wat hij denkt te weten, te twijfelen. Hij wil het fundament voor kennis vinden, door eerst alle onzekere kennis te verwerpen. Hij vergelijkt zijn methoden met het weggooien van rotte appels uit een fruitmand, zodat uiteindelijk alleen de rijpe appels overblijven. Daarbij gaat hij ervan uit, dat kennis, verkregen door zintuigen, niet vertrouwd kan worden. Iedere waarneming kan immers op zinsbegogeling berusten. Onze waarneming kan een hallucinatie zijn. We kunnen nooit zeker zijn of weten, of we dromen of dat we wakker zijn. Descartes twijfelt zelfs aan zijn eigen bestaan en het bestaan van God.

Sander:

De kwade geest is immers almachtig en zou van alles in zijn geest kunnen plaatsen Kan je dat voorstellen, dat je zegt, alles, wat ik weet, zelfs mijn eigen bestaan, zelfs, wat ik zintuigelijk waarneem, dat schrijf ik af.

Roelof:

Hij betwijfelt alles.

Roelof:

Hij zegt het kan een kwade geest in mijn hoofd zijn, die dat allemaal voorspiegelt. Die boom, ik zie hem wel, maar dat wil nog niet zeggen, dat hij er staat. Het kan fantasie zijn, en zo breekt hij langzaam alles af, waaronder ook God en ook zichzelf. Door het twijfelexperiment heeft Descartes iedere vastigheid verloren. Hij ontdekt echter, dat, alhoewel hij aan bijna alles kan twijfelexperiment heeft Descartes iedere vastigheid verloren. Hij ontdekt echter, dat, alhoewel hij aan bijna alles kan twijfelen, hij niet kan twijfelen aan het feit, dat hij twijfelt En dat er dus iets moet bestaan, dat twijfelt. Hij komt al dus tot de conclusie, dat hij zelf bestaat. Dit is een vorm van het bekende ik denk dus, ik ben. Of je kunt ook zeggen ik twijfel dus, denk dus, ik ben. Of je kunt ook zeggen ik twijfel dus, ik denk dus, ik ben Ja mooi. Cogito ergo, som Japanse tonkjes, wie zijn ze ook wel?

Roelof:

Descartes heeft hiermee de fundering voor zijn filosofie gevonden. Alhoewel hij nog steeds twijfelt aan het bestaan van de wereld om hem heen, is Descartes er nu zeker van, dat hij zelf, de bron van het twijfel, bestaat. Hiermee heeft Descartes het individu uitgevonden, het concept, dat zo belangrijk is voor de verlichting en dus ook voor onze vrijmetselarij, het zelf, dat Descartes nu bewezen heeft, heeft echter geen lichamelijkheid. Het is uitsluitend een denkend ding, rescogitans, ofwel ziel. Alhoewel Descartes gelooft, dat hij een lichaam heeft, kan dit een illusie zijn, gecreëerd door eerder genoemde kwade geest.

Sander:

Ja, nee, precies Toen. Jij zei de bron Toen, dacht ik al. Een bron is niet een mens. Dit is nog onlichamelijk.

Roelof:

Descartes vraagt zich vervolgens af, wat het is, dat we waarnemen, als we objecten zien. De eigenschappen, die we aan objecten toekennen, zoals kleur, vorm en geur, zijn veranderlijk En mogelijk veroorzaakt door illusies. Wat volgens Descartes echter zeker is, is, dat de objecten een eigenschap bezitten, die Descartes uitgebreidheid noemt. Res extensa. Descartes voert Dit is allemaal mindboggling ingewikkeld hoor. Het is bijna niet te lezen. Ik vat het hier allemaal heel kort samen.

Roelof:

Descartes voert bovenstaande gedachten verder en concludeert, dat objecten niet betrouwbaar door de zintuigen kunnen worden waargenomen, omdat dit slechts illusies kunnen zijn. Dit is de grondgedachte van Descartes' rationalisten.

Sander:

Maar even een klein stukje terug in die Alinea.

Roelof:

Hij zegt, de eigenschappen, die we aan objecten toekennen, zoals kleur, vorm en geur, zijn veranderlijk en mogelijk veroorzaakt door illusies. Wat volgens Descartes echter zeker is, is, dat objecten een eigenschap bezitten, die Descartes uitgebreidheid noemt. Ja, dat ben ik wel benieuwd naar. Dus, objecten hebben een eigenschap. Ja, dit is heel filosofisch, dat kun je niet aanwijzen. nog, dat maakt het ook behoorlijk ingewikkeld, wat dit soort jongens dachten toen. Maar ik ga even verder, misschien komen we erop. Ja, oké, het voorgesluit af. dit is de grondgedachte van Descartes rationalisme. dus hij zegt wel, objecten hebben eigenschappen. maar wat we zien, zoals we ze zien met kleuren en eigenschappen.

Roelof:

Dat kan een illusie zijn. Vervolgens komt Descartes met zijn godsbewijs, ons thema van de OBDA, en ook dat is weer mindboggling ingewikkeld, en ik heb dat op mijn eigen manier geprobeerd, samen te vatten. Descartes inventariseert zijn geest Cognito En komt tot de conclusie, dat hij er niet omheen kan, dat er een perfect wezen bestaat. Tevens beargumenteert Descartes, dat iets, wat veroorzaakt is Door iets anders, nooit perfecter kan zijn Dan de veroorzaker. Aangezien Descartes Geen perfect wezen kan zijn, omdat hij twijfelt, kan de cognitie van God Niet door hem zelf verzonnen zijn. God moet dus wel bestaan, buiten zijn geest om.

Sander:

Het is een beetje achteruit denken.

Roelof:

Ja, Eigenlijk, als je het helemaal Plats laat, dan ga je ook met tot redenering komen van God is het meest volkomen wezen, dat bestaat, en als God niet zou bestaan, dan zou hij niet het meest volkomen wezen zijn, en dus bestaat hij wel. Snap je? Je moet hier echt een studie van maken. Ik trek even een rode lijn. Zo werkt het ongeveer.

Roelof:

Uit het idee, dat God een oneindig perfect wezen is, concludeert Descartes ook, dat eerder bedoelde kwade geest, die alles in je hoofd Tot illusie kan maken, niet kan bestaan. Een oneindig perfect wezen kan Volgens Descartes niet bedriegen, want dat zou een tekortkoming zijn. Descartes gaat er nu vanuit, dat God bestaat en dat hij geen bedrieger is. Descartes stelt zichzelf tevens de vraag, hoe het kan, dat een perfecte God een wezen schept, dat fouten kan maken. Descartes schrijft, dat hij als Gods creatie een intellect heeft, dat mits op correcte wijze gebruikt, betrouwbaar is. Vervolgens komt Descartes nog met zijn ontologisch godsbewijs God is een perfect wezen, en de essentie van een perfect wezen is, dat het bestaat. Dat is, wat ik net zei. Als die niet bestaat, is het geen perfect wezen. Het is niet de essentie.

Roelof:

Uiteindelijk gelooft Descartes ook in de materiële werkelijkheid, waarbij geometrie prevaleert over zintuigelijke waarneming. Als een externe materiële werkelijkheid niet bestaat, dan zou God hem misleiden. Doch omdat God als het oneindig perfecte wezen niet misleidt, bestaat de werkelijkheid. Deze nieuwe filosofie sloeg, als gezegd, in als een bom. Descartes erkende, dat er buiten de materiële werkelijkheid een geestelijke werkelijkheid bestond, die van de ziel. Problematisch was, dat er in de visie van Descartes geen ruimte was voor een duivel Een imperfecte god is onmogelijk En er dus ook geen sprake kan zijn van wonderen. In een tijd, waarbinnen er in Midden-Europa nog heksenverbrandingen plaatsvonden En bijgeloof overal een belangrijk aspect van het kerkelijk geloof was, waren deze theorieën revolutionair, voor de theologie, maar ook voor de aristocratie onaanvaardbaar.

Sander:

Ik kan me voorstellen, dat het in die tijd Het boek slaat in als een bom, maar het zijn wel gevaarlijke gedachten.

Roelof:

Echt, van Scandinavië tot Spanje, overal, en iedereen, alle universiteiten, overal, had men het erover. Het werd ook overal meteen verboden. Ja, precies.

Sander:

Die boeken liggen natuurlijk al op straat.

Roelof:

Het is er al uit, maar het ondermijnde enorm, zowel in de katholieken als de protestanten. Een aristocraten koning was van God gegeven, de macht van een koning in die tijd En het recht heksenverbandingen. Maar de duivel bestond niet, wonderen bestonden ook niet. Maar goed dus, het voorgaande En nou wordt het relevant voor de tijd, waarin de vrijmetselerij tot was toch eens gekomen. Het voorgaande en nou wordt het relevant voor de tijd, waarin de vrijmetselerij tot was toch is gekomen. Het voorgaande heeft geleid tot een strijd en polemiek tussen antikarticiaan Gisbertus Foutjes en hoogleraar theologie te Utrecht en de karticiaan Johannes Kokkius, hoogleraar theologie in Leiden. Volgens Foutzius was de filosofie als wetenschap enkel belangrijk ter ondersteuning, als mede in dienst van de theologie, en hij hield vast aan de filosofie van Aristoteles. Kokkius dichtte een belangrijke rol toe aan filosofie, juist als gereedschap en taal, om de theologie te verklaren en te interpreteren. De strijd tussen deze hoogleraren in de vorm van gedrukte boeken, pamfletten en journaals gingen door heel Europa en vormden overal bron van discussie en polarisatie.

Roelof:

Dus je had de Cartesianen met Coccius als man, en je had natuurlijk de traditionele theologen Foutzius, aristoteles. Het valt niet te onderschatten, wat er voor een revolutie tot stand was gekomen. Tot Descartes werd een prins of koning beschouwd als een gezalfde gods, en dit beeld werd ondersteund door de kerk, die zelf ook allerlei privileges genoot. Dit soort noties kwamen ter discussie door de polemiek tussen Cartesianen en Anticartianen, en dit in alle hovenkerken, kloosters en universiteiten in heel Europa. Overigens moet dit ook gezien worden in het licht van de wetenschap, die in deze periode spectaculair opkwam En allerlei vragen opwierp over geloof en bijgeloof. Er werd steeds meer verklaard, dus ook dat was een boom aan wetenschap gaande toen. Dit is allemaal decennia voor 1717, toen die Grand Lodge werd opgericht.

Sander:

Kan je nagaan, wat een wereldveranderende situatie.

Roelof:

Ongelooflijke, eigenlijk revolutionaire situatie in de intellectuele wereld. De reflex was natuurlijk censuur. De kerk en de regenten deden er van alles aan, om boeken en literatuur over dit onderwerp te censureren. Destijds maakten de regenten zich evenveel zorgen over de drukpers als heden over de sociale media. Veel boeken, journaals en pamfletten werden dan ook in beslag genomen, vaak niet, nadat er in de praktijk al veel was, verspreid over heel Europa, daar de besluitvorming ook toen traag was. De zuidelijke katholieke landen waren succesvoller met inbeslagname van drukwerk, doordat hier streng op werd gecontroleerd bij de landsgrenzen. Veel werd gepubliceerd in het Latijn, maar in Noordwest-Europa werd overal Nederlands geleerd, om ook die uitgaven te kunnen volgen. In die tijd kwamen ook de grote bibliotheken op, die ook vaak clandestien alle uitgegeven werken probeerden op te kopen. Ter voorkoming van misverstanden de Republiek kende een relatief grote maat van pers en drukvrijheid in die tijd, maar er werd wel degelijk gesensoreerd. Naar gerichte besluitvorming Maar die bibliotheken.

Sander:

wij hebben nu de openbare bibliotheek, maar ik kan me voorstellen, dat misschien een soort privé collectie van Het waren voornamelijk nog privé collecties.

Roelof:

Er werd heel zwaar in die bibliotheek geïnvesteerd door hoven en door universiteiten, ah ja, maar dan wel vaak gefinancierd vanuit die hoven. Dus, maar het fenomeen bibliotheek met een bibliotheekkaris, die ook een systematieboek opborg en dat soort dingen En soms de clandestine afdeling had, dat kwam ook in die tijd op. Dus eigenlijk moet je een beetje beschouwen, dat was allemaal vrij nieuw. Als je dat nu vergelijkt met de sociale media, nu, in de Republiek alleen, daar werden, denk ik, 60 journaals gedrukt, pamfletten, boeken, die in Duitsland werden gedrukt, bijvoorbeeld in Frankvoort. Er werd vaak ingezet, dat ze uit Amsterdam kwamen of Leiden. Dus de Republiek was echt wel een kern in die hele verlichting, wat dat betreft. Want bijvoorbeeld Engeland had misschien twee journaals, frankrijk ook En Duitsland drie, en hier waren er 60. En die werden uitgegeven, voornamelijk Latijn, in het Nederlands en in het Frans En niet in het Engels.

Roelof:

Je had een beetje een eigen ontwikkeling in die tijd Je had ook een slechte filosofische ontwikkeling, maar die was wat anders. Maar dit was natuurlijk revolutionair. Ja wat?

Sander:

je eerder al aangaf.

Roelof:

Je kan het wel verbieden, maar de word is oud, het ligt op straat en dan zijn er 5000 boeken gedrukt, en tegen tijd tot verbod, dan zijn er al 3000 verkocht, en het is weg. Zo kon inderdaad dat nieuws en die nieuwe ideeën zich verspreiden, want na Descartes kwamen natuurlijk een heleboel andere schrijvers, ja, die doorborduurden op die theorieën.

Sander:

Je steekt het vuurtje aan, maar daar steken anderen hun vuurtje weer bij aan, en dat denken dan, want met Descartes hebben we nog steeds de voorverlichting. Ja, ja ja.

Roelof:

Dus de vroege zeg, maar verlichting, ja de opmaat. Juist Descartes heeft dus al een enorme revolutie van denken teweeg gebracht, en als extra kwam daarop Spinoza, die voortbouwde op het denkwerk van Descartes. Spinoza accepteerde als een van de eersten geen andere verklaring dan die gebaseerd op de reden. De reden, dat is de kern van de verlichting. Spinoza vond, dat de filosofie van Descartes een groot probleem had. Descartes beschreef het dualisme met God als oneindige, onafhankelijke substantie. Daaronder vielen de eindige substanties van het lichaam, de uitgebreidheid en de geest. Spinoza nam dat idee over, maar liet de eindige lichamelijke en geestelijke substantie vallen binnen de grote, oneindige substantie, die hij God noemde. Om heel kort samen te vatten Spinoza zag geen onderscheid tussen lichaam en geest, maar die twee vielen allebei binnen een enorme substantie, die God heet. Geest en lichaam noemde hij attributen. De zaak is, eigenschappen, beiden ja Van de substantie. Het totaal aantal attributen is oneindig. De mens heeft alleen maar zicht op de uitgebreidheid, het materiële, ofwel het lichamelijke, waar ook het universum onder valt, en de geest, het menselijk bewustzijn. De oneindige substantie, noemde Spinoza de natuur. Dus Spinoza eigenlijk is de natuur, is God of God is de natuur. Zowel het menselijk bewustzijn als het lichaam kunnen worden gezien als goddelijke energie. Dus, als je iets doet, dan werken geest en lichaam parallel samen, al is het maar een deel van het hele proces. Het stemt overeen met wat hedendaagse neurologen zeggen Wij zijn onze brein. Dat is een boek. Zo volgt alles een goddelijk plan. Zo is er ook geen vrije wil, waar ik dan weer een probleem mee heb. De enige manier, om vrijheid te krijgen, is door als mens te accepteren, wie men is, en het ken u zelf met alle daarbij behorende emoties. De reden helpt, om de driften van het egoïsme te overwinnen. Dit is een onderdeel van het kennen van God en een toenemend inzicht in de totale samenhang van Gods wil. Het liefhebben van God, amor dei intellectualis, geeft de mens de ware vrijheid en maakt de mens het gelukkigst. Ook weer al mijn hele heftige materie, zeer rudimentair samengevat door mij.

Roelof:

In het Theologische Politiek Traktaat uit 1670 pleitte Spinoza voor volledige vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. Dit in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten. Spinoza verdedigde tezamen met John Locke Op principiële gronden de tolerantie. Hij schreef het Tijdens het eerste stadhouderloze tijdperk. Dat liep van 1650. 1672. Gebroeders de Wit waren volgens mij ook bevriend met Spinoza, of althans ze kenden elkaar. Toen, de druk van de orangisten en de staatsen toenam. In dat licht spreekt hij zich uit tegen het recht van opstand en voorbehoud van de status quo. In zijn levenswerk De Ethica Ordine Geometica Demonstrata, 1677, gaat Spinoza in op de Metaphysica. In navolge van Descartes ging Spinoza uit van het idee, dat de wiskunde een voorbeeld voor de filosofie is. Maar anders dan Descartes deed, volgt Spinoza in het gehele werk de meetkundige methode In navolgen van Euclides. Elementen, definities, axioma-stellingen, bewijzen en gevolgtrekking.

Sander:

Ik moet een beetje aan quantum fysica denken, als ik dit zo hoor.

Roelof:

Ja, dat doet het me ook aan denken. Maar als je bedenkt, dat deze man Heeft gepubliceerd in 1670. Wat een gigantische denkers dat waren. Het is ook erg moeilijk.

Roelof:

Om te bevatten, wat die mannen gedacht hebben. De ethica Bevat een deel over God. Spinozen gingen vanuit, dat God één substantie, een oerbeginsel is, oneindig. God is datgene, wat op zichzelf bestaat, en uit zichzelf moet worden begrepen. Het is zijn eigen oorzaak en wordt gelijkgesteld aan de hele natuur, dus dode en levende natuur, tezamen die, de natuurwetten, de geestelijke wetten en veel meer. De attributen, dus de kenmerken of eigenschappen van deze substantie zijn oneindig in aantal. Van dit oneindig aantal attributen kent de mens er slechts twee, namelijk en denken en de uitgebreidheid. De materie en het lichaam, ja, daar gaan we mee aan. De afzonderlijke dingen zijn modiitdrukkingsvormen van deze substantie. Spinoza krijgt veel navolgers, zowel in de Republiek als in andere landen van Europa, met uitzondering van Engeland, waar het empirisme heerste, empirisme Dus, die Oh, empirisch.

Roelof:

Veel meer uit van empirisch bewijs. Ah, ja, ja, ja, ik ga hier verder niet op in. Volgens historicus Jonathan Israel die heeft een boek geschreven, dat heet Radical Enlightenment spitsen de discussies tussen de strijdende partijen zich rond 1740 toe op het belang van en de uitwerk van Spinozes' ideeën. O ja, 1740. Dat is een kleine eeuw later. De radicale periode was rond 1750 voorbij, waarna door de filosoof van de verlichting een brug geslagen werd tussen de wetenschap en het geloof.

Sander:

Het moet ook wel, want dat groeit zo enorm, daar ontkom je niet aan.

Roelof:

Een christelijke, tolerante of gematigde vorm van verlichting overheerste. Daarna stond de verlichting ook voor het ontwikkelen en analyseren van eigen en andermans emoties. Dus nu zitten we in de vlichting. Maar waarom die ontwikkeling in de 17e eeuw zo belangrijk is geweest? omdat er echt een revolutie gaande was in het denken. Want vergeet niet opkomst van de wetenschap, die theorie van Descartes en Spinoza en iedereen, die naankwamen, maar ook bepaalde heilige huisjes Als een van God gegeven koningschap, dat verdween allemaal. Dus ook de hele feudale maatschappij stond op shaken op dat moment.

Sander:

Ja, vergeet niet, dat dat eeuwenlang het fundament geweest is, precies, want het klinkt nu als een hele turbulente, veranderlijke periode. Wat het Precies want, het klinkt nu als een hele turbulente, veranderlijke periode, wat het natuurlijk ook is, maar de basis, de bouwsteen, waar dit allemaal op gestoeld is, is natuurlijk die hele lange Precies.

Roelof:

En waarom vertel ik dit? Omdat in diezelfde tijd, diezelfde 17e eeuw, de vrijmetselerij opkwam. Er was namelijk, voordat die federatie in 1717 werd opgericht in Londen, was er natuurlijk al een eeuw een aanloop, waarin die vrijmetselarij en die loges zich ontwikkelden. Dus, terwijl in diezelfde periode, waarin die loges zich ontwikkelden, speelde dit zich af op het Europese vaste land, en dan had je in Engeland ook verlichte filosofen, maar die zaten wat meer met imperisme. Ze kenden Spinoza en Descartes wel All, ze kenden Spinoza en Descartes wel Alleen. Dat had daar een wat minder grote ophef dan in Europa. Je gaat nu ook langzaam begrijpen, hoe de vrijmetselarij toen dus drie, vier eeuwen geleden al tot een abstractie konden, komen over de OBDH Ondanks die enorme religieuze wereldbrengsel.

Sander:

Want vanuit dit oogpunt is dat een kleinere stap dan vanuit 16 zoveel. Dat was een mega stap.

Roelof:

Precies. Dus dit is natuurlijk. Dit abstracte denken maakt het ook mogelijk, dat je in die symboliek, die bouwsymboliek dan uiteindelijk ook iets hebt, dat de opperbouw de abstractie is Of de grand architect of the universe. Een gevolg van alle theoretische en filosofische discussies destijds was ook de opkomst van de deïsme, dat ook in Londen zeer populair was. Deïsme is een religieus filosofische opvatting, die God als transcendente oorzaak van de natuurwetten beschouwt. Dit houdt in, dat God weliswaar de schepper van het universum is, maar sinds de schepping op geen enkele wijze ingrijpt in het proces van de natuurwetten. God als horlogemaker, eigenlijk God is een deus ociosus, een inactieve God. Deze leer is een gevolg van het modernistische rationalisme. Daar hebben we hem weer. Dat is verlichting En een vervolg of reactie op het theisme, de opvatting, dat God ook immanent is, en dus in sommige gevallen uitzonderingen op de natuur werd gemaakt, wat nodig is, om wonderen, engelen en de duivel te accepteren.

Roelof:

In de meest gangbare versie is God niet antropomorf mensvormig. Het de In de meest gangbare versie is God niet antropomorf mensvormig. Het deïsme heeft voornamelijk populariteit verworven tijdens de verlichting. Aangezien het eerdere theïsme niet te verenigen was met het zuivere rationalisme, werd door rationalisten gezocht naar een leer, die wel een rationeel godsbegrip kon waarborgen. Dit alles moet ook als revolutionair worden aangemerkt.

Sander:

Maar deïsmen, die erkennen dus een schepper. Ja, maar ik kan me voorstellen, is dat nog een levende god dan? Want die heeft ooit zijn ding gedaan. Hij heeft een boel geschapen.

Roelof:

Daarna is hij inactief geworden, of misschien, zoals Spinoza zegt, onderdeel van de natuur. Misschien is hij dan natuur zelf geworden. Of, zoals Spinoza zegt, onderdeel van de natuur. Misschien is het wel natuur zelf geworden. Of we komen terug bij Aristoteles De onbewogen bewegen. Hij staat aan het begin van alles En heeft daarna niks meer gedaan.

Sander:

Maar moet zo iemand dan nog Weet, je aanbed je zo iemand op zo'n moment Of waardeer je, wat hij ooit gedaan heeft.

Roelof:

Ik denk dat onder deïsme, dat je God niet meer aanbed bid. Maar ik heb wel eens aan gedacht, dat Händel, die in die tijd in Londen natuurlijk componeerde, ook oratoria, dus christelijke muziek heeft gemaakt, dat hij best wel de deist geweest kan zijn. Dus met zeer veel respect al die christelijke muziek gemaakt zou kunnen hebben, zonder onmiddellijk te geloven in een actieve god.

Sander:

Dus het is meer dan vier. Je meer hetgeen, wat er is.

Roelof:

Ja, je viert de schepping.

Sander:

Ja zonder de persoon. Dus het gaat dan meer om de creatie dan om de creator Precies precies Alleen.

Roelof:

Je ziet hier ook weer onmiddellijk de grote problemen voor je, want met zo'n theorie zijn inderdaad de wonderen en de duivel En al dat soort dingen die mogelijk. Want er is geen god, die sleutelt aan de natuurwetten. Hij heeft de natuurwetten geschapen, en dat is het. Het is een klokkenmaker, die het klokje op gang heeft gebracht, en daarna tikt het klokje vrolijk voort, en hij doet er niks meer aan.

Roelof:

Zelfregulerend, eigenlijk In dat Zelfregulerend eigenlijk, en in dat idee passen een heleboel dingen niet, die mensen toen En waarschijnlijk geloven mensen nog steeds Tussen de oren hebben Van een actieve god, die zich echt met het individu En met het leven bemoeit. Ik denk, dat je hier ook nog raakt aan een heel ander punt, dat geloof in het duivel En in wonderen En in al dat soort dingen. Het was ook nog een gigantisch verdienmodel voor de kerk Met name voor de katholieke kerk. Dus daar werd ook aangezeten met dit soort ideeën.

Sander:

Ja, dat is wel fascinerend, wat je nu zegt, want je denkt dan, dat de hele wereld, de kerkelijke wereld vanuit een soort geloofsaspect ons te boven wordt geworpen. Maar daar zit heel mooi, dat je dat noemt zit natuurlijk ook dat verdienmodel aan. Dus dat zien ze afgeleiden, als dit voet aan de grond krijgt.

Roelof:

Dan Als ik de paus in Sint-Pieter zie, en ik zie die enorme gouden kandelaars en al die prachtige kunst om hem heen, dan zie je natuurlijk dat verdienmodel, dan word je toch licht zenuwachtig. Ja, nou, ik word er niet zenuwachtig, nee, jij niet.

Sander:

maar op dat moment, als dit gaande is.

Roelof:

De kunst vind ik prachtig, maar voor de kerk zijn dit soort ideeën Dit was zwaar ondermijnend, en niet alleen voor de kerk, maar ook voor de registratie. Dus dat hele feodale bouwwerk, dat was natuurlijk, en we zitten hier nog puur in de ideeënwereld eigenlijk, maar dat speelde zich toen wel af, en ik vind het revolutionair, die tijd En het is toevallig de tijd, waarin de vrijmetselerij is opgekomen, en ook het thema van vandaag, de OBDA, is verzonnen.

Sander:

Ja, je zegt toevallig, maar ja. En dat geeft dit verhaal. Je bent nog niet klaar, maar dat geeft dit verhaal ook mooi aan. En wat je net ook eerder zei, het is niet van zo 1717. Hop, en dan was het de vrijmetselerij. Nee, zeker niet.

Roelof:

Want dit geeft heel goed aan, dat Europa zich verkeerde, ja en reken, maar dat het ook de elite was, die die vrijmetselerij opgericht heeft.

Sander:

Dus die stonden hier middenin in deze wereld.

Roelof:

Ja, want dat waren de mensen, die die boeken lazen, die die informatie tot zich kregen, en heel veel historie over de vrijmetselerij gaat over middeleeuwse gilden, die langzaam van operatief speculatief werden, en dat zijn wij dan. Maar de echte geschiedenis, de intellectuele geschiedenis is dit We hebben natuurlijk wel die ritualen, en die zijn waarschijnlijk heel oud, en die hebben we ontleend aan die oude gelden, en er zal misschien zelfs nog wel een soort continuïteit tussen de middeleeuwen en dat zitten, via het Schotland vooral. Maar dit was het intellectuele wereldje, waarin toen mensen in Londen, waar Grand Lodge is opgericht, inleefden en over nadacht ermee worstelden, en dit was revolutionair. Dus het kon aan niemand voorbij gaan. Ja, ga door.

Roelof:

In 1750 was de vrijmetselerij al heel erg populair in Engeland, op het Europese land en ook in de Engelse kolonies. De vrijmetselerij was opgekomen in Schotland en Engeland in de 17e eeuw en heeft geleid tot de oprichting van de Grand Lodge in 1717. We hebben het er al een paar keer over gehad. Kortom, de vrijmetselerij is tot bloei gekomen te midden van alle discussies tussen theologie en filosofie. Daarin was de vrijmetselerij zelf ook revolutionair, omdat het uitging van de kenmerken van de verlichting, individualiteit en reden, maar ook, doordat zij stansgelijkheid kenden binnen de loges. Binnen die loges waren katholieken, anglikanen, lutheranen, joden etc. Welkom als mede-aristocratie, geestelijkheid en gegoeide burgers. Mits men maar een vrijman van goede naam was in de betekenis van toen niet horeg en integer. Wat zei je?

Sander:

niet horeg niet horeg en integer wat doe je daarmee niet horeg?

Roelof:

horeg in de middeleeuwen of eigenlijk tot en met de 18e eeuw behoorde jij als het ware toe aan een landsheer of bij wie je in dienst was. Ik kan daar een goed voorbeeld van geven Begin 18e eeuw Werkte Johan Sebastian Bach Bij de landse heren van Weimar. Dat waren twee broers, en hij kreeg een prachtige baan aangeboden Uit Hof van Keuten, om daar als hofcomposer te gaan werken Of kapelmeester En Hofcomposer te gaan werken Of kapelmeester, en hij had toestemming nodig, om ontslag te mogen nemen, om daar naartoe te gaan. En hij heeft toen dat ontslaggevraag niet gekregen, en toen heeft hij een grote bek overgetrokken, en toen heeft hij voor een maand vastgezeten Wegens insubordinatie, en daarna hebben ze hem alsnog laten gaan, terwijl die vrouw met een kindje thuis zat, en je had in die tijd echt geen bijstand ofzo, en dat is horigheid.

Roelof:

Dus mensen waren horig. Dus als je toen, als je horig was, dus niet vrij, dan kon je dus geen lid worden van de vrijwetserij. Dus in die tijd betekende een vrijman voor goede naam een vrijman dus een patricier, iemand, die in elk geval een onafhankelijk iemand was Niet in eigendom van, of zo.

Roelof:

Ja, precies Daarnaast, of naar hedendaagse maatstaven betekent het in mijn ogen vrijdenkend, dus vrij van ideologie of dogma's, en entegen. Dus eigenlijk toen niet horig en entegen Nu, vrijdenkend, niet dogmatisch en entegen. Nu kom ik weer terug op ons termen, de OBDH. Tijdens de revolutionaire veranderingen in die tijd, alle discussies tussen Cartesianen en Spinozisten En de vele volgers en opvolgers, het deïsme en de andere maatschappelijke ontwikkelingen Zoals de wetenschap, is dus een grand lodge opgericht, waarbinnen de OBDH een belangrijke rol heeft. De OBDH past, wat mij betreft, bij een platform van vrijdenkers, waar leden van verschillende denominaties samenwerken, om de waarheid te vinden en broederschap te ontwikkelen. Zij werken dan met de OBDH, zonder dat zij hierover dogmatische discussies hoeven te voeren.

Roelof:

Het lexicon van de vrijmetselarij zegt hierover ik citeer in het algemeen geeft men voor het gebruik van deze omschrijving van het godsbegrip de verklaring, dat zij symbolisch is voor de individuele inhoud, die ieder van zich eraan wil toekennen. Dat is precies. Het is een soort godsbegrip, maar het is symbolisch voor wat ieder individu daar zelf aan toe wil kennen. Als je dit nu hoort en je ziet die discussie, die daarvoor plaats heeft gehad, die we net hebben besproken, dan ga je ineens veel beter begrijpen, waar die abstractie vandaan komt. Broeders laten hun eigen specifieke dogma's Betreffende de OBDH thuis. En dat brengt ons tot de old charges van Anderson, die in 1723 zijn verwoord. Anderson was een referent, engelse kerk, een dominee, en die is gevraagd door het nieuwe bestuur van die Grand Lord zou jij de constitutions en principles op willen schrijven? Dat heeft hij gedaan.

Sander:

En dat is iets, wat we nog steeds hanteren Dat hanteren wij nog steeds, dat hanteren wij wereldwijd.

Roelof:

Het wetboek van Dubois. Weet, dat het hoofdbestuur een beetje het zogenaamde wetboek van Dubois in gang wil doen voeren En daar ook boekjes van gedrukt heeft. Maar het wetboek van Dubois komt uit 1761, geloof ik, en dat was een vertaling van Anderson. Maar daar hebben ze bepaalde wijzigingen aan gebracht. Bijvoorbeeld bij Anderson zegt van als jij opstandig bent tegen de staat, dan zullen vrijmetselaars of de loris dat afkeuren, en je zal daar misprijzend over zijn, maar het is nooit een reden, om jou uit de orde te zetten, tenzij je andere misdrijven begaat. Dubois heeft dat toen veranderd, omdat de vrijmetselerij kort daarvoor nog verboden was, en heeft dat dus veranderd. Gezegd van als jij opstandig bent tegen de staat, dan heb je niks meer te zoeken in de vrijmetselerij, en dan moet je er met een rotgang uit get uitgetrapt worden.

Roelof:

Eigen dat, het is precies het tegenovergestelde. Ik vind het onbegrijpelijk, dat het hoofdgestuur nu du bois, wat al eeuwen in de mist van de geschiedenis is verdwenen, nu weer terug aan het halen is, want ik vind het ook onmassoniek. Dat kan helemaal niet. Je moet vrij opinievorming, en je mag opzondig zijn tegen de staat, mits je maar geen misdrijven begaat. Ja, dat is de vrijheid van de.

Sander:

Maar goed, dat is een hele andere discussie. Daar hebben we ook nog eens een mooi bovenstuk over gemaakt.

Roelof:

Maar wat zegt James Anderson nou in zijn Principles? Een vrijmetselaar is naar zijn aard verplicht, de zedenwet te gehoorzamen, en zo hij de kunst juist verstaat, de kunst met een hoofdletter, de koninklijke kunst, zal hij nooit een domme godlogenaar of ongodsdienstige vrijdenker zijn. Soms wordt dat vertaald met atheist, maar ik kan het ook niet vertalen. Maar hoewel de vrijmetslaren in oude tijden verplicht waren, in elk land de godsdienst van dat land of volk te beleiden, welke deze ook mocht zijn, wordt het nu doelmatig geacht, hen slechts te verplichten tot die godsdienst, waarin alle mensen overeenstemmen, hun bijzondere meningen aan hen zelf overlatende. Dat betekent, goede en oprechte mannen te zijn of mannen van eer en rechtschapenheid, door welke benamingen of overtuigingen zij onderscheiden mogen worden, waardoor de vrijmetselarij het middelpunt van vereniging wordt en het middel, om oprechte vriendschap te sluiten tussen mensen, die te zaak is, anders in voortdurende verwijdering van elkaar zouden zijn gebleven.

Roelof:

En ik vind, dit is een fantastische kern van Van, wat de vrijwenselijke reis is. Volgens mij is dit echt de kern. Maar dit past ook weer heel goed bij dat concept van OBDH. Hij zegt net zoveel van Vroeger moest je beleiden, wat in jouw land gold En dat de dogma's en weet ik wat. Maar dat laten we nu even thuis. Want als we samen komen in de loge, dan zoeken we op, wat ons vereent En wat ons verenigt, en de gemeenschappelijke kenmerken Van onze geloven. En dat doen we, om rechtsapermannen te zijn En broeders te worden En zelfs goede vrienden. En ook daar in dit denken Pas is precies die OBDH, omdat je praat over de OBDH, zonder elkaars dogma's en doctrines te betwisten.

Sander:

Ja, het is een soort gezamenlijke deler, waar we allemaal in kunnen leggen, wat we willen, precies, en we kijken niet naar, wat erin ligt, maar we kijken naar die deler.

Roelof:

En dat is het, en dat is het in mijn ogen, en daarom vind ik het in elk geval heel mooi. Ja, een domme godlogenaar of een ongodsdienstige vrijdenker wordt nogal eens naar hedendaagse maatstaven geïnterpreteerd. Ik hoop, dat u als gevolg van dit bouwstuk begrijpt, dat deze termen moeten worden geïnterpreteerd in het licht van de revolutionaire discussie rond die tijd. Gedoeld wordt op Cartesianen, spinozisten et cetera en het deïsme anderzijds. Vergeten mag ook niet worden, dat Ennes zijnzelf een referent was, een geestelijke Al. In de tweede helft van de zeventiende eeuw was deze kwestie niet meer zo actueel, omdat toen als gezegde brug tussen filosofie en geloof weer was gedicht. De brug tussen filosofie en geloof weer was gedicht geslagen. Ja, dit was het einde van mijn bouwstuk, en wat ik nog samenvattend zou willen zeggen je ziet gewoon, dat dat zo'n reference, die daar in 1723 dit opschrijft, die spelen in londen, waar echt de verlichting ook raasde zullen zeker en hebben engeland dat ook grote filosofen.

Roelof:

Dat was ook onderwerp van gesprek, en heel Europa was echt wel turbulent in die tijd. Kom je dan uiteindelijk tot een vrijmetselarij En dan inderdaad zo'n beweging, vrij van dogma's, waar mensen, die van verschillende afkomsten en denominaties elkaar kunnen vinden als boerders Fantastisch, en dat is echt heel erg mooi, en wij mogen dit niet vergeten. Er wordt vaak met hele moderne ogen naar de vreemdwetselerij gekeken En de waan van de dag erop losgelaten, maar in mijn oog is dit de kern.

Sander:

Rulof, ontzettend bedankt voor je bouwstuk En heel erg bedankt voor alles, wat we van je hebben kunnen leren. Dankjewel Bedankt voor het luisteren naar deze aflevering van de Vrijmetselaars podcast. Ik vind het leuk, als je contact met me opneemt. Dit kan via Instagram of Facebook. Zoek in beide gevallen op Vrijmetselaarspodcast, en je kan me ook een mailtje sturen op vrijmetselaarspodcastgmailcom. Vanaf aflevering 30 is er van elke aflevering een transcriptie beschikbaar. Deze transcriptie is te vinden op de website van de podcast. Luister je graag naar de Vrijmetslers podcast en waardeer je de afleveringen. Dan kan je nu ook een fooi geven. Dit kan via fooiepotcom, en fooiepot is met de D van podcast Of klik op de Support the Show link onderaan de show notes Tot de volgende aflevering. Onderaan de show notes Tot de volgende aflevering. Tv Gelderland 2021.

Podcasts we love

Check out these other fine podcasts recommended by us, not an algorithm.

Craftcast: The Freemasons Podcast Artwork

Craftcast: The Freemasons Podcast

United Grand Lodge of England
Know Thyself Artwork

Know Thyself

Know Thyself